donderdag 18 februari 2010

fantastische dagen in India

Hey allemaal!

Er is zo veel te vertellen, elke dag nieuwe dingen, ik kan het amper bijhouden!
We zijn ontertussen naar Chennai geweest, de hoofdstad van Tamil Nadu. Daar hebben we een aantal vergaderingen bijgewoond. Vooral met en over de netwerkpartners van AREDS en hun lobbywerk. Dit was heel interessant omdat we konden zien wat de volgende stap is, na hun zeer praktische werk in de dorpen zelf. AREDS ziet de nood en vind het heel belangrijk om ook op politiek vlak dingen te veranderen en verbeteren. Dit nemen ze heel serieus, veel research gaat vooraf aan klaar en duidelijke eisen naar de regering toe.
Wij zijn echter een dagje vroeger naar de stad vertrokken om deze eens te verkennen. Aangezien we opnieuw 9u op de nachttrein hadden doorgebracht deden we eerst nog een tukje in het hotel. Om 10u trokken we er op uit, regelrecht naar spenser plaza, een mega shoppingcenter. Ik denk dat we het alledrie eens nodig hadden om even te vertoeven op gekent terrein. Eerst en vooral een heerlijke chocoladekoek, mmm chocola! We hadden ons gezworen een hele dag geen Indisch te eten en natuurlijk had het hotel ’s ochtens niets anders dan hartig en spicy! Na een beetje rond te snuisteren, winkel in winkel uit hadden we het gevonden: fabindia. Een zalig klerenwinkeltje met prachtige stoffen. Na een goeie slag te slaan genoten we met volle teugen van een piza en pasta bij de pizahut!! Absoluut niet Indisch, zoals gepland, en het smaakte! Volgende stop zou normaal gezien Fort Saint George geweest zijn maar onze riksha driver wist langs geen kanten dit meest bekende gebouw van zijn stad zijn... Het gebeurd echt vaak dat ze vol overtuiging zeggen dat ze je plaats van bestemming kennen om vervolgens heel het stad met je rond te rijden omdat ze geen idee hebben waar het is! Toen we plots aan de haven stonden, de man had ‘port’ verstaan ipv ‘fort’, gaven we het op en zeiden we dat hij ons dan maar naar marina beach moest brengen. Dit is het tweede grootste stand van de wereld, we waren is benieuwd!

Wat een bedoening, dat stand! Kraampjes, stalletjes, winkeltjes, bedelaars, straatverkopers, mensen, mensen, mensen!!! Het was al een onderneming op zich om op het stand zelf te raken en dan nog de zee vinden! Overal zaten groepjes mensen, kinderen verkochten zelfgemaakte vliegers, antieke paardemolens draaiden aan een stuk door, viskramen, suikerspinnen, bamboefluiten,... En allemaal draaiden ze hun hoofd om te staren naar die drie blanke meisjes!
En dan eindelijk zagen we ze, de bengaalse golf! Het concept “we gaan eens een dagje naar het strand” is hier totaal anders dan bij ons. Een oneindig lange rij mensen staat aan de branding te staren naar het water. Het is ook wel een heftige zee, hele hoge golven, maar iedereen staat daar gewoon te staan. Kijken naar het water en wegschrikken als een golf hun voeten raakt.
Zeer bizzar, maar in het avondlicht genoot ik van de comotie en keek ik mijn ogen uit. Mijn maatjes waren het sneller beu dus vertrokken we naar onze volgende bestemming, danku lonley planet!! Een spaanse tappas baar!!! We beslisten niet op een roupi te kijken en hebben ons eens heerlijk laten gaan. Lekkere tappas, heerlijke coctails! We hebben ook nog leuke mensen leren kennen daar, twee Amerikaanse gasten en een Duits meisje, het was eens leuk om onze ideeen over india, wat we leuk en niet leuk vinden, te delen met andere westerlingen. Want het is echt moeilijk om te vertellen hoe het hier is, hoe ik me hier voel en hoe we hier leven. Je moet er bij zijn om het te begrijpen... Daarom ben ik ook zooo blij dat ik hier niet alleen ben, het is soms echt nodig om je hart eens te luchten en als je met zn drieen in het zelfde schuitje zit en zo goed overeen komt als wij, is dat echt wel fijn!
‘s Ochtens een beetje met een zwaar hoofd maar flink op tijd zaten we in de hotelkamer van Geert Meas, cooperant van VIC en onze stagebegeleider-noord. Hier in India noemt hij echter Francis, omdat ze zijn naam niet konden uitspreken. Dat gebeurd hier heel vaak, ik wordt meestal Joganna of Joga genoemd! Dat valt nog mee, Febe is al vanalles geweest: Febel, Fever, Wever, Beffe, ... Geert is een Belg maar is getrouwd met een Indische en werkt in centraal India in een project met tribals, de oorspronkelijke bewoners van India die net als de Dalits ook zeer onderdrukt zijn. We hadden al veel contact gehad via mail om alles voor de stage inorde te brengen en het was heel fijn om hem eindelijk te ontmoeten!
De vergaderingen waren zoals ik al heb vermeld heel interessant om te volgen. Naast al de verhalen waarbij ik mijn oren niet kan geloven is het fijn en hoopgevend om te zien dat er nog gemotiveerde en slimme mensen hun best doen om een beter India te creëren. Het is echt niet te geloven als je sommige dingen hoort, bijvoorbeeld het plan van de regering om voor 1 lid van elke familie 100 dagen werk te voorzien. Op zich een goed idee, op die manier kunnen mensen ten minste hun waardigheid behouden en zelf werken voor hun bestaan, ipv bedelen om te overleven. Maar als je dan hoort hoe de uitvoering gebeurd is dit onbegrijpelijk. Het voornaamste werk dat wordt aangeboden door de regering is het aanleggen van wegen en dergelijke. Voor dit werk worden ze ten eerste onderbetaald, men krijgt het loon van een landbouwer terwijl dit veel zwaarder werk is. Ten tweede worden ze betaald per meter dat ze graven. Bijvoorbeeld: als je per dag 2 meter graaft krijg je 80 roupi (€1.20). Maar de regering voorziet geen materiaal om dit werk uit te voeren, zelfs geen simpele schop. Als je weet dat een schop ongeveer 150 roupi kost kan je je wel indenken dat iemand met een dagelijks loon van 80 roupi en een hele familie hongerige monden (hij is ten slotte de enige die werk krijgt) dit geld niet zal spenderen aan materiaal. Als die persoon zijn 2 meter per dag echter niet gegraven heeft krijgt hij zijn 80 roupi niet...
Zo een dingen kan ik heel moeilijk begrijpen. Deze honderd dagen werk worden bovendien nog eens gepland in de oogstperiode, een tijd waarin iedereen veel meer kans heeft om ergens te werken of zijn eigen stukje grond moet bewerken. Alles is hier zo chaotisch en fout georganiseerd. Heel vreemd en moeilijk te vatten. Het doet mij nadenken over de belangrijke rol van politiek, zonder een goede regering of degelijke gezaghebbers sta je nergens. India heeft geld en talent genoeg, maar op een of andere manier is alles hier een grote puinhoop. Hoe kan je als land ook fier zijn op de bloeiende economie als zo veel mensen aan de kant blijven staan en in armoede leven...

Sorry voor deze plotse opstoot van activisme, ik besef dat ik de dingen nu ook maar van een kant vertel, maar als je er midden inzit en de situarie kan vergelijken met die in Belgie zou je voor minder. Ik wordt er soms echt heel verward en overweldigd door.

De laatste dag Chennai was er iets te veel aan. We woonden nog een interessante vergadering bij maar in de namiddag hadden we het gehad met de nep chicé in de winkelcentra langs de ene kant en de chaos op straat, de sloppenwijken, de armoede, het staren aan de andere kant. Tijd om terug naar ons fijne, mooie, rustige Renganathapuram te gaan.

De afgelopen dagen waren fantastisch!!
In het weekend (13 en 14 feb.) zijn we naar acts geweest. Dit is de ‘areds childrens theater school’, een soort scouts. Het was geweldig om met de kinderen bezig te zijn. Zaterdag en zondag kwamen ongeveer 40 kinderen toe rond 10u30, de activiteiten duurden tot 16u30. Het gaat door op een fantastische plaats, zo’n 15min fietsen van de head-office, waar wij wonen. Het is een grote tuin met veel palmbomen en andere bloemen en planten; er is een zwembad (!); een overdekte ruimte om te spelen, dansen en zingen in de vorm van een vijfhoek; een plaats om te eten met tafeltjes en banken; hier en daar loopt een kip rond met haar kuikentjes en een mega haan (die hanen zijn hier echt hugh, zeker die van onze buren). Naast acts is de boerderij van areds, waar we pongal geviert hebben, ook heel gezellig! Dit alles ligt afgelegen op het einde van een doodlopend aardewegje, omgeven door rijstvelden. Wat moet een kind meer hebben! Voor mij is het in allegeval genoeg!!!
Eerst speelden we enkele spelletjes om elkaar beter te leren kennen, dan andere samenhorigheidsspelletjes, zingen en dansen. Er werd in de namiddag ook altijd wat tijd genomen om te praten over de problemen die er eventueel zijn in de dorpen van de kinderen, echt wel goed om hun ook al bewust te maken van deze dingen en samen na te denken over oplossingen. Voor deze groep kinderen was het de eerste keer dat ze naar acts kwamen en hoorden van areds. Door er kennis mee te maken kregen ze de kans om met hun dorpsgenoten lid te worden van de childrens movement van areds (ttsm). Ook de kinderen houden in de verschillende dorpen waar areds actief is sangams. Ze zitten samen en bespreken problemen in het dorp op hun manier. In een bepaald dorp heeft een groep kinderen reeds veel teweeg gebracht. Ze hebben aangedrongen bij hun panchayatleider (een panchayat is een verzameling van enkele dorpen) om het dorp te voorzien van drinkwater en het is er gekomen!

De tweede dag hebben we allemaal samen gezwommen. 40 enthousiaste kinderen in een zwembad, fantastisch om te zien, let wel op dat je zelf niet verdrinkt als je je er tussen waagd! Veel kindjes konden nog niet zwemmen dus allemaal klampten ze zich vast aan ons en ik nam elk kindje apart eens op mijn rug om te zwemmen in het diep. Het werken met de kinderen vind ik echt wel heel leuk, ze zijn zo enthousiast en open en mooi en lief. Wij hebben hen zondag ook wat spelletjes aangeleerd: 1-2-3 piano, vlaggenroof, chinese voetbal, handjeklap,... ze vonden het heel tof! De begeleiders waren ook tevreden denken we. Sendhl en Moekthl zijn trouwens fantastische gasten. Ze zijn de organisatoren van acts en zijn ook verantwoordelijk voor het cultural team (later meer hierover). Ze kunnen wel bijna geen engels en aangezien ons tamil ook nog steeds heel beperkt is kunnen we niet echt praten maar op een of andere manier verstaan we elkaar, echt heel tof!
Volgend weekend gaan we terug. Ik kijk er echt naar uit. Het was zo fijn om eens echt praktisch en met zelfzekerheid bezig te zijn, zo ondervind je het belang van een organisatie als deze ten volle. Op het einde van de dag was er bijvoorbeeld een evaluatie, de kinderen moesten zeggen wat ze er van vonden. Een kindje zei: het zwemmen was zo leuk, we waren allemaal samen, als één groep, de kaste, de religie, het geslacht, de huidskleur, het maakt allemaal niet meer uit! We zijn samen en spelen en zwemmen in het water.
Zo hartverwarmend om te horen. Ik hoef geen grootse dingen gaan veranderen of te weeg brengen, ik geniet ervan als ik in kleine dingen kan zien dat het echt wel belangrijk is om je in te zetten en ‘goed’ te zijn...
Wat ik ook al geleerd heb door hier te zijn is dat het heel belangrijk is om jezelf te blijven, of beter, om je bewust te zijn van jezelf, je goeie en slechte kanten. Op die manier kan je hier en daar iets veranderen, iets beter maken, iets rechtzetten, iets goedmaken. Het is niet altijd gemakkelijk maar wel fijn om te zien dat ik elke dag beter kan relativeren bijvoorbeeld, of meer mijn mond durf open te doen. In Belgie had ik zo sterk het gevoel van in die stroom te zitten en gewoon dag in dag uit mee te draaien, of het nu goed of slecht was wat ik deed. Ik deed het gewoon, omdat het van mij verlangt werd en omdat je op de duur gaat denken dat het zo hoort. Door hier te zijn besef ik maar al te goed dat dat eigenlijk niet echt ‘leven’ is. Je kan natuurlijk niet onder alles uit, iedereen heeft verantwoordelijkheden, maar eigenlijk moet je altijd goed nadenken als je iets doet; doe ik dit graag, ben ik blij, voel ik me goed. Uiteraard altijd gemengd met een vleugje durf en impulsiviteit.
Meest van de tijd weet ik hier voor mezelf geen antwoord op hoor maar bon, het feit dat ik er over nadenk is toch al iets :)

De dagen die volgden (16-17-18/2) waren nog leuker. We mochten een training volgen bij het cultural team. Dit zijn de mensen die we hebben zien optreden in een nabijgelegen dorp, toen de groep belgische toeristen hier was (zie vorig blogbericht). Het is echt een zalige groep, fijne vrienden, fantastische dansers, zonder de preutsheid van de meeste Indiers (er kan al eens gelachen en onozel gedaan worden zonder dat iemand raar opkijkt). Moektl en Sendl waren dus ook terug van de partij, zij zijn de echte trainers. De rest van de dansers deden mee met ons, dansen en trommelen, en leerden ons de ritmes en pasjes. Normaal gezien ben ik echt geen danser en trommelen heb ik nog nooit gedaan, maar het was zo leuk om te doen en merkwaardig genoeg pikte ik het snel op. We hebben al drie verschillende dingen geleerd:
- Para-jatam:
dansen terwijl je jezelf begeleid op een trommel. De trommel is een soort van grote tamboerein die aan een klein touwtje rond je linker arm hangt. Zo hangt hij vertikaal voor je buik. In je linker hand heb je een dun, plat stokje dat harde geluiden maakt en in je rechter een rond dik stokje dat warmere geluiden maakt. Het is de bedoeling dat je de verschillende ritmes heel snel speelt terwijl je de pasjes uitvoerd. Het dansen is niet zwierig, uitbundig of op z’n afrikaans. Het zijn eerder kleine, korte en sierlijke pasjes die heel snel in het ritme, allemaal tegelijk worden uitgevoerd, niet te onderschatten! Het heeft lang geduurd voor ik het trommelen met het dansen kon combineren. De ritmes en bewegingen zijn ook zo anders dan wij gewoon zijn dus je moet je echt concentreren. Aan de andere aknt moet je jezelf ook een beetje laten gaan en als in trance blijven doorgaan, anders struikel je over je eigen voeten en verlies je het juiste ritme.
- Kum-jatam:
dit is een dans met klappen. Iedereen staat in een cirkel en voert, liefst zo synchroon mogelijk, de verschillende pasjes met het bijhorende handgeklap uit. We leerden 8 verschillende passen, het is constant springen en in de cirkel bewegen, heeeeeeel vermoeiend maar fantastisch leuk!
- Wala-jatam:
dit is een dans met sjaaltjes. In elk hand heb je een klein sjaaltje en iedereen staat op een lijn de pasjes uit te voeren. Sommige zijn makkelijker dan andere maar ondertussen heb ik ze alle 6 goed onder de knie.

De meisjes van het cultural team vonden dat ik een mooie danssteil had... dat is misschien wat overdreven. Ik vond het gewoon zo leuk om te doen en heb me heel goed geamuzeert. We hebben wel ongeveer drie dagen non stop in het zweet gestaan, ongelofelijk! Ik heb nog nooit zo hard gezweet, maar ik heb ook nog nooit drie dagen aan een stuk van 10u30 tot 16u30 staan springen en dansen en trommelen bij een temperatuur van 35°. Het is hier ondertussen echt warm geworden, vorige week ergens was het plots zomer, blijkbaar wordt het nu alleen nog maar warmer... gelukkig is er wel meestal een windje en is er een heldere hemel, geen doefe of vochtige toestanden.

Om af te sluiten misschien nog even een stukje uit mijn dagboek, dit heb ik gisteren avond geschrven, na afloop van de drie dans-dagen:

"Wat een fantastische dagen hebben we achter de rug! Dansen en trommelen, heerlijk. Alle remmen los, ookal kan ik niet bewegen, gewoon gaan. En het lukt nog ook! Het trommelen was echt leuk, de dans met de schaaltje ook én het klappen eigenlijk ook. Alles was gewoon leuk! De trainers, de mensen, als groep, als vrienden, als leraar. Heel geduldig, toch doorgaan en de lat hoog leggen. Ik zweet als nooit te voren, dans de benen van onder mijn lijf, trommel er op los en hou ervan. Sendl en Moektl zijn echt geweldige gasten, ik zou direkt tekenen voor hun job! Heerlijk om even weg te zijn van Samy en alleen onze plan te trekken tussen een groep dansers waarbinnen nauwelijks iemand een woord engels praat. We leren elkaar zingen en dansen, tamil en nederlands. Geen gène, gewoon samen zijn en gaan! Geweldig!"

Veel groetjes van een blije en gelukkige Johanna!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten