donderdag 18 februari 2010

fantastische dagen in India

Hey allemaal!

Er is zo veel te vertellen, elke dag nieuwe dingen, ik kan het amper bijhouden!
We zijn ontertussen naar Chennai geweest, de hoofdstad van Tamil Nadu. Daar hebben we een aantal vergaderingen bijgewoond. Vooral met en over de netwerkpartners van AREDS en hun lobbywerk. Dit was heel interessant omdat we konden zien wat de volgende stap is, na hun zeer praktische werk in de dorpen zelf. AREDS ziet de nood en vind het heel belangrijk om ook op politiek vlak dingen te veranderen en verbeteren. Dit nemen ze heel serieus, veel research gaat vooraf aan klaar en duidelijke eisen naar de regering toe.
Wij zijn echter een dagje vroeger naar de stad vertrokken om deze eens te verkennen. Aangezien we opnieuw 9u op de nachttrein hadden doorgebracht deden we eerst nog een tukje in het hotel. Om 10u trokken we er op uit, regelrecht naar spenser plaza, een mega shoppingcenter. Ik denk dat we het alledrie eens nodig hadden om even te vertoeven op gekent terrein. Eerst en vooral een heerlijke chocoladekoek, mmm chocola! We hadden ons gezworen een hele dag geen Indisch te eten en natuurlijk had het hotel ’s ochtens niets anders dan hartig en spicy! Na een beetje rond te snuisteren, winkel in winkel uit hadden we het gevonden: fabindia. Een zalig klerenwinkeltje met prachtige stoffen. Na een goeie slag te slaan genoten we met volle teugen van een piza en pasta bij de pizahut!! Absoluut niet Indisch, zoals gepland, en het smaakte! Volgende stop zou normaal gezien Fort Saint George geweest zijn maar onze riksha driver wist langs geen kanten dit meest bekende gebouw van zijn stad zijn... Het gebeurd echt vaak dat ze vol overtuiging zeggen dat ze je plaats van bestemming kennen om vervolgens heel het stad met je rond te rijden omdat ze geen idee hebben waar het is! Toen we plots aan de haven stonden, de man had ‘port’ verstaan ipv ‘fort’, gaven we het op en zeiden we dat hij ons dan maar naar marina beach moest brengen. Dit is het tweede grootste stand van de wereld, we waren is benieuwd!

Wat een bedoening, dat stand! Kraampjes, stalletjes, winkeltjes, bedelaars, straatverkopers, mensen, mensen, mensen!!! Het was al een onderneming op zich om op het stand zelf te raken en dan nog de zee vinden! Overal zaten groepjes mensen, kinderen verkochten zelfgemaakte vliegers, antieke paardemolens draaiden aan een stuk door, viskramen, suikerspinnen, bamboefluiten,... En allemaal draaiden ze hun hoofd om te staren naar die drie blanke meisjes!
En dan eindelijk zagen we ze, de bengaalse golf! Het concept “we gaan eens een dagje naar het strand” is hier totaal anders dan bij ons. Een oneindig lange rij mensen staat aan de branding te staren naar het water. Het is ook wel een heftige zee, hele hoge golven, maar iedereen staat daar gewoon te staan. Kijken naar het water en wegschrikken als een golf hun voeten raakt.
Zeer bizzar, maar in het avondlicht genoot ik van de comotie en keek ik mijn ogen uit. Mijn maatjes waren het sneller beu dus vertrokken we naar onze volgende bestemming, danku lonley planet!! Een spaanse tappas baar!!! We beslisten niet op een roupi te kijken en hebben ons eens heerlijk laten gaan. Lekkere tappas, heerlijke coctails! We hebben ook nog leuke mensen leren kennen daar, twee Amerikaanse gasten en een Duits meisje, het was eens leuk om onze ideeen over india, wat we leuk en niet leuk vinden, te delen met andere westerlingen. Want het is echt moeilijk om te vertellen hoe het hier is, hoe ik me hier voel en hoe we hier leven. Je moet er bij zijn om het te begrijpen... Daarom ben ik ook zooo blij dat ik hier niet alleen ben, het is soms echt nodig om je hart eens te luchten en als je met zn drieen in het zelfde schuitje zit en zo goed overeen komt als wij, is dat echt wel fijn!
‘s Ochtens een beetje met een zwaar hoofd maar flink op tijd zaten we in de hotelkamer van Geert Meas, cooperant van VIC en onze stagebegeleider-noord. Hier in India noemt hij echter Francis, omdat ze zijn naam niet konden uitspreken. Dat gebeurd hier heel vaak, ik wordt meestal Joganna of Joga genoemd! Dat valt nog mee, Febe is al vanalles geweest: Febel, Fever, Wever, Beffe, ... Geert is een Belg maar is getrouwd met een Indische en werkt in centraal India in een project met tribals, de oorspronkelijke bewoners van India die net als de Dalits ook zeer onderdrukt zijn. We hadden al veel contact gehad via mail om alles voor de stage inorde te brengen en het was heel fijn om hem eindelijk te ontmoeten!
De vergaderingen waren zoals ik al heb vermeld heel interessant om te volgen. Naast al de verhalen waarbij ik mijn oren niet kan geloven is het fijn en hoopgevend om te zien dat er nog gemotiveerde en slimme mensen hun best doen om een beter India te creëren. Het is echt niet te geloven als je sommige dingen hoort, bijvoorbeeld het plan van de regering om voor 1 lid van elke familie 100 dagen werk te voorzien. Op zich een goed idee, op die manier kunnen mensen ten minste hun waardigheid behouden en zelf werken voor hun bestaan, ipv bedelen om te overleven. Maar als je dan hoort hoe de uitvoering gebeurd is dit onbegrijpelijk. Het voornaamste werk dat wordt aangeboden door de regering is het aanleggen van wegen en dergelijke. Voor dit werk worden ze ten eerste onderbetaald, men krijgt het loon van een landbouwer terwijl dit veel zwaarder werk is. Ten tweede worden ze betaald per meter dat ze graven. Bijvoorbeeld: als je per dag 2 meter graaft krijg je 80 roupi (€1.20). Maar de regering voorziet geen materiaal om dit werk uit te voeren, zelfs geen simpele schop. Als je weet dat een schop ongeveer 150 roupi kost kan je je wel indenken dat iemand met een dagelijks loon van 80 roupi en een hele familie hongerige monden (hij is ten slotte de enige die werk krijgt) dit geld niet zal spenderen aan materiaal. Als die persoon zijn 2 meter per dag echter niet gegraven heeft krijgt hij zijn 80 roupi niet...
Zo een dingen kan ik heel moeilijk begrijpen. Deze honderd dagen werk worden bovendien nog eens gepland in de oogstperiode, een tijd waarin iedereen veel meer kans heeft om ergens te werken of zijn eigen stukje grond moet bewerken. Alles is hier zo chaotisch en fout georganiseerd. Heel vreemd en moeilijk te vatten. Het doet mij nadenken over de belangrijke rol van politiek, zonder een goede regering of degelijke gezaghebbers sta je nergens. India heeft geld en talent genoeg, maar op een of andere manier is alles hier een grote puinhoop. Hoe kan je als land ook fier zijn op de bloeiende economie als zo veel mensen aan de kant blijven staan en in armoede leven...

Sorry voor deze plotse opstoot van activisme, ik besef dat ik de dingen nu ook maar van een kant vertel, maar als je er midden inzit en de situarie kan vergelijken met die in Belgie zou je voor minder. Ik wordt er soms echt heel verward en overweldigd door.

De laatste dag Chennai was er iets te veel aan. We woonden nog een interessante vergadering bij maar in de namiddag hadden we het gehad met de nep chicé in de winkelcentra langs de ene kant en de chaos op straat, de sloppenwijken, de armoede, het staren aan de andere kant. Tijd om terug naar ons fijne, mooie, rustige Renganathapuram te gaan.

De afgelopen dagen waren fantastisch!!
In het weekend (13 en 14 feb.) zijn we naar acts geweest. Dit is de ‘areds childrens theater school’, een soort scouts. Het was geweldig om met de kinderen bezig te zijn. Zaterdag en zondag kwamen ongeveer 40 kinderen toe rond 10u30, de activiteiten duurden tot 16u30. Het gaat door op een fantastische plaats, zo’n 15min fietsen van de head-office, waar wij wonen. Het is een grote tuin met veel palmbomen en andere bloemen en planten; er is een zwembad (!); een overdekte ruimte om te spelen, dansen en zingen in de vorm van een vijfhoek; een plaats om te eten met tafeltjes en banken; hier en daar loopt een kip rond met haar kuikentjes en een mega haan (die hanen zijn hier echt hugh, zeker die van onze buren). Naast acts is de boerderij van areds, waar we pongal geviert hebben, ook heel gezellig! Dit alles ligt afgelegen op het einde van een doodlopend aardewegje, omgeven door rijstvelden. Wat moet een kind meer hebben! Voor mij is het in allegeval genoeg!!!
Eerst speelden we enkele spelletjes om elkaar beter te leren kennen, dan andere samenhorigheidsspelletjes, zingen en dansen. Er werd in de namiddag ook altijd wat tijd genomen om te praten over de problemen die er eventueel zijn in de dorpen van de kinderen, echt wel goed om hun ook al bewust te maken van deze dingen en samen na te denken over oplossingen. Voor deze groep kinderen was het de eerste keer dat ze naar acts kwamen en hoorden van areds. Door er kennis mee te maken kregen ze de kans om met hun dorpsgenoten lid te worden van de childrens movement van areds (ttsm). Ook de kinderen houden in de verschillende dorpen waar areds actief is sangams. Ze zitten samen en bespreken problemen in het dorp op hun manier. In een bepaald dorp heeft een groep kinderen reeds veel teweeg gebracht. Ze hebben aangedrongen bij hun panchayatleider (een panchayat is een verzameling van enkele dorpen) om het dorp te voorzien van drinkwater en het is er gekomen!

De tweede dag hebben we allemaal samen gezwommen. 40 enthousiaste kinderen in een zwembad, fantastisch om te zien, let wel op dat je zelf niet verdrinkt als je je er tussen waagd! Veel kindjes konden nog niet zwemmen dus allemaal klampten ze zich vast aan ons en ik nam elk kindje apart eens op mijn rug om te zwemmen in het diep. Het werken met de kinderen vind ik echt wel heel leuk, ze zijn zo enthousiast en open en mooi en lief. Wij hebben hen zondag ook wat spelletjes aangeleerd: 1-2-3 piano, vlaggenroof, chinese voetbal, handjeklap,... ze vonden het heel tof! De begeleiders waren ook tevreden denken we. Sendhl en Moekthl zijn trouwens fantastische gasten. Ze zijn de organisatoren van acts en zijn ook verantwoordelijk voor het cultural team (later meer hierover). Ze kunnen wel bijna geen engels en aangezien ons tamil ook nog steeds heel beperkt is kunnen we niet echt praten maar op een of andere manier verstaan we elkaar, echt heel tof!
Volgend weekend gaan we terug. Ik kijk er echt naar uit. Het was zo fijn om eens echt praktisch en met zelfzekerheid bezig te zijn, zo ondervind je het belang van een organisatie als deze ten volle. Op het einde van de dag was er bijvoorbeeld een evaluatie, de kinderen moesten zeggen wat ze er van vonden. Een kindje zei: het zwemmen was zo leuk, we waren allemaal samen, als één groep, de kaste, de religie, het geslacht, de huidskleur, het maakt allemaal niet meer uit! We zijn samen en spelen en zwemmen in het water.
Zo hartverwarmend om te horen. Ik hoef geen grootse dingen gaan veranderen of te weeg brengen, ik geniet ervan als ik in kleine dingen kan zien dat het echt wel belangrijk is om je in te zetten en ‘goed’ te zijn...
Wat ik ook al geleerd heb door hier te zijn is dat het heel belangrijk is om jezelf te blijven, of beter, om je bewust te zijn van jezelf, je goeie en slechte kanten. Op die manier kan je hier en daar iets veranderen, iets beter maken, iets rechtzetten, iets goedmaken. Het is niet altijd gemakkelijk maar wel fijn om te zien dat ik elke dag beter kan relativeren bijvoorbeeld, of meer mijn mond durf open te doen. In Belgie had ik zo sterk het gevoel van in die stroom te zitten en gewoon dag in dag uit mee te draaien, of het nu goed of slecht was wat ik deed. Ik deed het gewoon, omdat het van mij verlangt werd en omdat je op de duur gaat denken dat het zo hoort. Door hier te zijn besef ik maar al te goed dat dat eigenlijk niet echt ‘leven’ is. Je kan natuurlijk niet onder alles uit, iedereen heeft verantwoordelijkheden, maar eigenlijk moet je altijd goed nadenken als je iets doet; doe ik dit graag, ben ik blij, voel ik me goed. Uiteraard altijd gemengd met een vleugje durf en impulsiviteit.
Meest van de tijd weet ik hier voor mezelf geen antwoord op hoor maar bon, het feit dat ik er over nadenk is toch al iets :)

De dagen die volgden (16-17-18/2) waren nog leuker. We mochten een training volgen bij het cultural team. Dit zijn de mensen die we hebben zien optreden in een nabijgelegen dorp, toen de groep belgische toeristen hier was (zie vorig blogbericht). Het is echt een zalige groep, fijne vrienden, fantastische dansers, zonder de preutsheid van de meeste Indiers (er kan al eens gelachen en onozel gedaan worden zonder dat iemand raar opkijkt). Moektl en Sendl waren dus ook terug van de partij, zij zijn de echte trainers. De rest van de dansers deden mee met ons, dansen en trommelen, en leerden ons de ritmes en pasjes. Normaal gezien ben ik echt geen danser en trommelen heb ik nog nooit gedaan, maar het was zo leuk om te doen en merkwaardig genoeg pikte ik het snel op. We hebben al drie verschillende dingen geleerd:
- Para-jatam:
dansen terwijl je jezelf begeleid op een trommel. De trommel is een soort van grote tamboerein die aan een klein touwtje rond je linker arm hangt. Zo hangt hij vertikaal voor je buik. In je linker hand heb je een dun, plat stokje dat harde geluiden maakt en in je rechter een rond dik stokje dat warmere geluiden maakt. Het is de bedoeling dat je de verschillende ritmes heel snel speelt terwijl je de pasjes uitvoerd. Het dansen is niet zwierig, uitbundig of op z’n afrikaans. Het zijn eerder kleine, korte en sierlijke pasjes die heel snel in het ritme, allemaal tegelijk worden uitgevoerd, niet te onderschatten! Het heeft lang geduurd voor ik het trommelen met het dansen kon combineren. De ritmes en bewegingen zijn ook zo anders dan wij gewoon zijn dus je moet je echt concentreren. Aan de andere aknt moet je jezelf ook een beetje laten gaan en als in trance blijven doorgaan, anders struikel je over je eigen voeten en verlies je het juiste ritme.
- Kum-jatam:
dit is een dans met klappen. Iedereen staat in een cirkel en voert, liefst zo synchroon mogelijk, de verschillende pasjes met het bijhorende handgeklap uit. We leerden 8 verschillende passen, het is constant springen en in de cirkel bewegen, heeeeeeel vermoeiend maar fantastisch leuk!
- Wala-jatam:
dit is een dans met sjaaltjes. In elk hand heb je een klein sjaaltje en iedereen staat op een lijn de pasjes uit te voeren. Sommige zijn makkelijker dan andere maar ondertussen heb ik ze alle 6 goed onder de knie.

De meisjes van het cultural team vonden dat ik een mooie danssteil had... dat is misschien wat overdreven. Ik vond het gewoon zo leuk om te doen en heb me heel goed geamuzeert. We hebben wel ongeveer drie dagen non stop in het zweet gestaan, ongelofelijk! Ik heb nog nooit zo hard gezweet, maar ik heb ook nog nooit drie dagen aan een stuk van 10u30 tot 16u30 staan springen en dansen en trommelen bij een temperatuur van 35°. Het is hier ondertussen echt warm geworden, vorige week ergens was het plots zomer, blijkbaar wordt het nu alleen nog maar warmer... gelukkig is er wel meestal een windje en is er een heldere hemel, geen doefe of vochtige toestanden.

Om af te sluiten misschien nog even een stukje uit mijn dagboek, dit heb ik gisteren avond geschrven, na afloop van de drie dans-dagen:

"Wat een fantastische dagen hebben we achter de rug! Dansen en trommelen, heerlijk. Alle remmen los, ookal kan ik niet bewegen, gewoon gaan. En het lukt nog ook! Het trommelen was echt leuk, de dans met de schaaltje ook én het klappen eigenlijk ook. Alles was gewoon leuk! De trainers, de mensen, als groep, als vrienden, als leraar. Heel geduldig, toch doorgaan en de lat hoog leggen. Ik zweet als nooit te voren, dans de benen van onder mijn lijf, trommel er op los en hou ervan. Sendl en Moektl zijn echt geweldige gasten, ik zou direkt tekenen voor hun job! Heerlijk om even weg te zijn van Samy en alleen onze plan te trekken tussen een groep dansers waarbinnen nauwelijks iemand een woord engels praat. We leren elkaar zingen en dansen, tamil en nederlands. Geen gène, gewoon samen zijn en gaan! Geweldig!"

Veel groetjes van een blije en gelukkige Johanna!




zaterdag 13 februari 2010

living in the village

Hey allemaal!

Hier het verslag van mijn 2-daagse in het dorp. Eindelijk heb ik het online kunnen zetten! Sorry dat het in het Engels is maar we moesten onze ervaringen neerschrijven voor onze stagebegeleider en ik had geen zin om het nog eens te vertalen... Maar als ik het kon schrijven (bloed, zweet en tranen) kunnen jullie het ook lezen he :)

Veel groetjes!
Jo


Renganathapuram, 02/02/2010
Johanna Borms

LIVING IN THE VILLAGE
27-28-29 / 01 / 2010

Around 4 pm I heard a motorcycle stop in front of the house. I was playing cards on the balcony with my friends, my companions, without whom I never would have started this adventure. I knew Velu had come to pick me up, this would be the first time in India I set of without Febe and Ira.
When I first arrived here, in the place I will stay for five months to complete my internship, I didn’t feel like spending this time apart to live in a village. Although I always saw and understood the purpose of it, I felt anxious. What would I say, how would we communicate, what would we do, how would people react when a white girl came and disrupted their daily life. Would they think I was this lucky, rich girl are would they understand that I really cared about the difficulties they are facing. That I decided to do this because I know it will be a learning experience that will change me for the better and will stay with me forever.
But after only being here for a week I was actually looking forward to it, the scared feeling was changed in a positive way. I still felt unconfident but now I was curious and I felt calm, like I knew everything was going to be alright.
Only by watching and listening to this country, these people, this nature, the colours, this view, … my opinion altered.
The past weeks have been so full of impressions and emotions, every step I take is new and exciting. That‘s a great feeling but also exhausting. I have felt impressed, unsure, joyful, alone, inspired, confused, lucky, and so many other things in such a short time. But most of all very happy and relieved.
All these thoughts; sometimes it’s like the minimalism that surrounds me here, makes everything more complicated…

Anyhow, with this overload in my head, I left Renganathapuram and my friends. The trip on the motorcycle was great. With my hair in the wind and the sun on my back we drove along nice villages, over dusty roads. Off to a place I didn’t know, with a man I didn’t know, to people I didn’t know. But still I felt peaceful, somehow I liked it that the future was unknown. Come what may!

When we arrived at Velu’s house I got a warm welcome from Angela, his wife, and Sibbe, their 4 years old son. They really have a nice house. It’s surrounded by a little wall and many plants and trees. You immediately step into a small patio with a well that provides the little yard constantly with water and where they wash themselves. Velu parks his motorcycle under a little shed, there is also a bicycle. I greet an old woman who is sitting in front of the house, it’s Velu’s mother. The house has two separate rooms, one is the kitchen and the other is the living room and bedroom. Angela is preparing dinner on a gas-burner. Other than pots and pans, a new mixer and some provisions there is not much in the room, but it’s nice. The living room is small and a little crowded. There is a double bed that‘s also used as a sofa, a desk with a television and a closet. What immediately strikes me is the picture of Velu and Samy, on top of the television, and another picture of a man. It’s Velu’s father who passed away, the light under it is always burning. Under the shed in front of these rooms are hanging clothes, between the tiles and the beams of the roof there are 4 toothbrushes and soap.
It’s a nice, inviting place, I feel good. While Velu is picking up his oldest son from school, I help the youngest with his homework. He is a little shay, me to actually. Everything is still awkward. I am glad that I can arrive calm. Till now nobody has treated me differently because I am white or started to ask me all kinds of questions. I appreciate that, because that was also one of my worries, to be surrounded by a crowd and treated as if I was a v.i.p. When Velu is back he asks if I want to meet his best friends, of course! They live nearby. From this moment on the staring and the talking about me, instead of talking with me, begins. I know everyone wants to know who I am, where I come from and what I ‘m doing here, but it’s not pleasant if you here everyone talking about you while you don’t understand a word. Suddenly I feel really weak and alone. To get the communication started I dig up the few words I know in Tamil. Kavia, their daughter, is a nice, bold girl. She shows me her English schoolbook, something we can talk about for a long time. Out of politeness I accept a big plate with two dossy’s and all kinds of other food, it is great but as I am eating I realise that this is not my diner. Velu and his children are not eating here, so that means I have to eat for real at his place. At first I did not get that, so a half our later I am doing my best to finish the rise and dossy in front of me!
That night the family friends drop by again to say goodnight and the talking about me goes on. I think it’s because I am really tired, but I want them all to leave and I want to write a bit, cry a bit and then sleep! But that’s not going to happen! First of all I want to get over this feeling and second, I sleep in the same room as the Angela and the children. I have to sleep in the big bed and they sleep next to me on the floor. Velu sleeps in the kitchen for the occasion. Now I really feel bad! But tomorrow is another day and it will be a good one.

Angela gets up early, it’s still dark outside. She wakes the kids at 7 am, I also get up. Velu takes me to his other place, at one kilometre away. He wants to show me where Angela works in the rain season. Here they can make some kind of wooden blocks, you can build houses with it, if I understand correctly!
Back at the house the children wash themselves, finish their homework, and eat a bit. It’s funny to see that many things are the same as in Belgium. The mother makes sure they wash themselves properly, that their uniforms are washed and worn nicely, that they finish their breakfast. The father handles the new full automatic mixer to make juice and does the finishing touch on the appearance of his sons. He combs their hair nicely and powders them. It‘s so funny to see these boys with their black skin covered in white powder, I don’t know what it’s for…
Around 9 am the school bus comes to pick them up. Velu and I sit down to eat our breakfast. He tells me about the pictures in the living room. He says he is a Hindu but he doesn’t go to the temple, his father is his god and Samy has done so much for him. So these are the two people he wants to thank every day. I also get to see his wedding photos. It’s nice that he tells me these personal things. So I tell a bit about my family to.
Than we leave with the motorcycle, I really like that. We drive true several villages, it’s nice to see and be part of these peoples day for just a minute. From where I sit I can see and observe the habits and behaviours of these little societies. I love life in a village, also in Belgium. I live in a city and I don’t even know the people who live in my street. But when I am at my grandmother who lives in the countryside it’s different, people know and care about each other. I can see the same thing here. Although I also see the difference between the streets where non dalits live and where dalits live. And then I wonder if the bad relationship between these two groups has improved are not.
We make a stop at many places where I meet friends of Velu:
- A young couple that married the day before, of course they have to take a picture with me and I have to eat.
- An old friend that tells me to sit down and asks me if I want to eat or drink something.
- A lady who owns a photo studio with the help of Areds, I don’t have to drink or eat anything.
- A man in the bank, he knows Areds and wants to know everything about me.
- A journalist who also wants to know my story and definitely wants to bay me chai.

Everywhere I come I use my Tamil, apparently it is very funny when I say ‘vanakam’ or ‘nandri’. I have to keep in mind that it is very strange for them to see a foreigner. In Belgium it’s not new, especially in Brussels we have a multicultural society, we are used to different faces and strange languages. Here on the other hand it’s really rear. I think that I sometimes judge to fast or get irritated and really uncomfortable when everyone stares at me. When actually they have all the right to question my visit and feel curious.

Next stop is a place where a trainer of Areds is busy informing woman who want to become a Swate member. Velu plays a little awareness game with them, it’s nice to see. Everyone is committed, but of course they are distracted by the white girl in the room…
Then we go to the Swate office, Velu has to bring his monthly report.
Hereafter we go back to the village of the old friend. There is a market going on, I like all the activity that’s going on. First I have to sit, of course, and eat a lot of rise and eggs. Also an apple, dose are not very good here if you compare it to the ones in Belgium, but I eat it with taste because I know it’s expensive here. Then we go around the market to bay some vegetables, I love markets, I definitely have to go one time with Ira and Febe. Velu and his friends take me to the butcher, we bay a sheep for the diner tonight! I like sheep-meat but I don’t have to see how the butcher cuts al the intestines while his wife shows me the head of the sheep! I hope I get this image out of my head before this meat lays on my plate tonight. Velu tells me he is happy that I am staying whit him in stat of Febe, because I am a non vegetarian. I put on my biggest smile, my cheeks are starting to heart from all this smiling. But it’s good, I hope this way they know that I am enjoying myself and that I ‘m eager to get to know them. Because it’s still not easy to communicate, the body language is so different here. This morning I felt really bad about that, I wanted to tell things and ask things, but how? Now I am sitting here, again drinking chai, I decide I am not going to let it get to me. I let them tell me to sit down and I drink and eat whatever they want me to. I let the silence be and enjoy the view and the commotion around me.
In this village Velu also shows me a place where they sell basic products from the government. I wonder if this is a good are a bad thing, do they ask a fare price? I don’t really get an answer.

Back home, Velu shows me around his village. We visit several things:
- The fields of his best friends, they have a lot of land and grow many things. They sell it in the nearby villages, such as the milk from their cows. I work a little on the field but I think they don’t like it, they want me to sit down and eat sugarcane.
- A bakery where a mother works with her daughters. They are really nice, of course I have to taste a cookie and a banana. They sell the cookies in de city.
- A place where they fill and close little bags with chips and nuts. They don’t accept no for an answer when I try to explain that I eaten enough for a whole week, so I eat the chips.
- We walk past a big basin. Velu tells me that, when it’s full, it can provide water for all the land around de village. Until now we both have been a little shay but now he tells me with confidence that he made sure that this irrigation system was build and that his panchayat had a good road. He fought more than 15 years, in 2008 the road finally came. I begin to understand more about what Velu does and for the communities and I feel grateful that I can spend time with him.

It seems like the people in the village are grateful to, it’s getting dark and one after one appears on the patio to see me and talk with me. I notice that it doesn’t bother me, good! It’s also because they are talking with me, not about me. They speak highly of Velu.
Velu shows me proud his diploma’s, it’s great to here the stories. I also discover why the picture of him and Samy is so important. Areds helped him al lot. His family was very poor, there house used to be the shad where the motorcycle is standing under now. I realise I am living in one of many success stories of Areds. I can see on his face what this organisation means to him and I can feel how much he wants to do good. How much he wants to help others such as Areds helped him.
It was a long day and I am tired but with this group of friends and family around me I feel good.

The next morning the same ritual is going on. When I am alone with the family in Velu’s house I can really experience life in the village. When we are on the road everyone falls out of his daily habits to look at me, that’s a pity. At 10 am I say goodbye to Angela, we are leaving for the staff meeting of Velu’s panchayat, and I am not coming back. Not this time anyway.
The meeting is nice to follow but long. I can see that the field operators are coming to Velu with their problems. Although I can’t understand it is nice to see how they work together. There has to be done a lot of administrative work. I sit and read a book, I enjoy the quiet work environment.
Around 2 pm we leave, it’s time to go back to Renganathapuram. Velu takes a short cut, we drive along beautiful roads. I am looking forward to see my friends and to share our experiences, I have missed them.

It has been nice but I am exhausted. Never underestimate how difficult it is to constantly make efforts to communicate about easy things, how hard to keep up with all the staring and the talking about you, to smile and be happy when you feel alone, to have another skin colour, to constantly adjust to all the new things, to feel that nobody knows you are understands you,…
Therefore I think two day’s is enough for the first time. Though I am sure that I want to do this again and that I will be stronger the next time!
Looking back I sometimes think that I could have done more, try harder. I definitely will do that when I get the chance to life in an unknown village again. I hope I will have an equally nice guide at that time. Velu was great, he really took care of me!

All the rather negative feelings I had are nothing compared to what I have seen. Although I still don’t understand it, India is beautiful!

zondag 7 februari 2010

foto`s online

Dag iedereen,

er staan eindelijk een paar foto`s online. Via deze link kun je ze vinden;
http://picasaweb.google.com/irakerkhove/India#

Binnenkort volgt er nog een bericht over mijn village experience en onze dagen in Chennai.

Groetjes!